From coast to coast (zaterdag 16feb - zaterdag 23 feb)

23 februari 2019 - Te Anau, Nieuw-Zeeland

Zaterdag 16 februari. Op naar de westkust. Met de Southern Alps in onze rug tuffen we richting Greymouth. Vlak voor de stad stoppen we bij Brunner Mine om een broodje te eten en de nodige cultureel-historische sightseeing te doen. Het is was een van de eerste kolenmijnen. De kolenwagens werden getrokken door paarden, pitponies. Op een morgen weigerden de pitponies de tunnel in te gaan in blinde paniek keerden ze om en renden terug naar de stal. Geblinddoekt en achterwaarts werden ze gedwongen om te gaan. Enkele uren later kostte een enorme explosie het leven aan 165 mannen en jongens die in de mijn werkten. De mijn is al enkele decennia buiten gebruik en de ingangen zijn afgedekt. Toch kun je nog een zwavelachtige geur ruiken bij de ingangen. We rijden verder en maken een korte stop bij Hokitika, daar gaan we even het strand op. Aan de westkust zijn de golven ruiger en het water is er kouder. Maar de Mighty West Coast die de Lonely Planet omschrijft herkennen we er allebei nou niet echt in. De laatste etappe van de dag buigt af van de kust en gaat richting de bergen. We overnachten in Franz Josef, een toeristisch dorpje aan de voet van een gletsjer. Deze keer bestaat de camping uit een grindpad dat door een voormalige tuin ofzo slingert, met aan weerzijden inhammen waar campers kunnen staan. Aan het begin van de avond komt de eigenaar over het terrein, maant iedereen met drukke gebaren om nog wat meer in te schuiven zodat de late arriveerders er ook nog tussen gepropt kunnen worden. Iedere camping heeft zo zn eigen sfeer laten we maar zeggen. 
De volgende ochtend gaan we naar de informatiebalie van de Heli Hikes. We willen graag de gletsjer op en proberen een tocht te boeken voor ’s middags of de volgende dag. De mevrouw achter de balie zegt dat de weersvoorspellingen slechter worden en dat als we willen, we nu meteen moeten gaan. Daar hadden we niet helemaal op gerekend! Snel kleden we ons om en zoeken wat spullen bij elkaar, dan sluiten we aan bij een groep die op het punt staat om te vertrekken. We krijgen een complete winteroutfit uitgereikt inclusief bergschoenen en een buideltasje met clamp-ons en muts/handschoenen. Dan lopen we een stukje naar ons vervoermiddel. De gletsjer is alleen te bereiken per helikopter en dus maken we een kort maar spectaculair vluchtje over het dal om vervolgens door de heli afgezet te worden op het ijs van de gletsjer. Daar aangekomen binden we de clamp-ons onder, dat zijn spikes die je onder je schoenen kunt binden. Wat wij met houtjes doen, doen ze hier met clamp-ons. We krijgen een soort ski-stok uitgereikt en dan kan de tocht beginnen. Het eerste stuk gaat over het relatief vlakke ijs waar ze treden in hebben uitgehakt. Dan gaan we een stuk door metershoge spleten. Scheuren in het ijs van de gletsjer, die op sommige plekken meer dan 100m dik is. Het ijs heeft een kristalblauwe kleur van binnen en door een klompje ijs naar beneden te gooien hoor je hoe diep de spleten zijn. Af en toe hoor je het gekraak van de gletsjer, die zich 5-6 meter per dag voortbeweegt. Een prachtige omgeving!  
Helaas heeft de gletsjer zich de afgelopen 10 jaar enkele kilometers teruggetrokken en smelt het ijs in rap tempo. Het is dan ook wel een beetje dubbel om hier te zijn, tientallen groepjes toeristen die dagelijks naar boven worden gebracht met brandstof slurpende helikopters. Maar ja, als je hier bent wil je het ook graag zien. Het laatste stuk lopen we langs een stroompje smeltwater en dan pikt de helikopter ons weer op van het ijs. Wat een avontuur! Terug bij de camper eten we een broodje, zoeken onze zwemkleding en gaan naar de Glacier Hot Pools. Lekker badderen in 36-40 graden water. Het voelt een beetje decadent allemaal, maar ach, we zijn hier maar 1 keer. Aan het einde van de middag rijden we naar Fox Glacier, een dorpje verderop. ’s Avonds drinken we een biertje in de lokale kroeg en proosten op deze mooi dag. 
Maandag 18 februari. We vervolgen onze roadtrip. Van Fox Glacier rijden we naar Haast. Een 2 straten en 10 huizend tellend dorpje, de laatste stop voor Haast Pass. We slaan de noodzakelijke dingetjes in en gaan dan weer de Southern Alps doorkruisen. Werderom een prachtige route! De ‘snelweg’ volgt slingerend de oever van de brede Haast rivier. Aan de ene kant de Southern Alps, aan de andere kant Mt Aspiring National Park. Je mag hier officieel 100, maar vanwege de slingerende en steile weg haalt ons camperbusje amper de 30… geeft niks, we hebben de tijd. Je kunt wel merken dat het hier wat toeristischer is. Bij elk uitkijkpunt staan een bus vol Chinezen en bij sommige watervallen is de parkeerplaats zo vol dat we wel door moeten rijden. De route maakt veel goed. Het regent, maar dat past er eigenlijk ook wel bij. En dan ineens, na de zoveelste haarspeldbocht, doemt Lake Wanaka voor ons op.  Net als je denkt dat je gewend begint te raken aan de mooie uitzichten, komt er toch iets dat je weer laat glunderen. We rijden een stuk langs het meer en dan om de volgende bocht, het volgende meer. Wat weer een prachtige route. Eindstation van deze dag is een mooie camping aan Lake Hawea. Bij de receptie hangen allemaal folders, ook van Fiordland. We bladeren wat en komen dan een boottocht met overnachting tegen door Milford Sound. De komende weken zijn vrijwel volgeboekt, maar voor het volgende weekend zijn er nog een paar plekjes vrij. Alsof het zo had moeten zijn. Dat betekent dat we nog een week de tijd hebben om bij Milford Sound te komen, en dus nog een mooi ‘blokje om’ kunnen doen. We besluiten om over te steken naar Dunedin en via de zuidkust naar Milford Sound te gaan. 

Dinsdag, we gaan weer verderop. Doel voor vandaag is de oostkust, net boven Dunedin. In Wanaka doen we wat boodschapjes, ‘suver’ een mooi dorpje, doet een beetje wintersport-dorp aan. Dan begint de oversteek, door Otageo Valley. Hadden we al gezegd dat het hier alleen maar mooie routes zijn? Nou, hier is er weer een! Hains zegt dat dit écht het mooiste stuk van NZ is wat hij heeft gezien (benieuwd hoe lang deze standhoudt). Hier een daar een boerderij, hec-ta-res land en duizenden schapen. Het land van de ‘Southern men’ die op reclameposters van de regionale brouwerij worden afgebeeld als dark-and-handsome cowboys. Het is maar goed dat Willemien hier niet een paar jaar eerder was! Bij Palmerston komt er een abrupt einde aan de countryside, de bocht om en wham, de oceaan. Machtig zo veel verschillende types land in een straal van een paar honderd km. In Moeraki zoeken we een camping. Het dorpje is bekend vanwege de grote, door de wind afgeronde rotsen die even verderop voor de kust liggen. Dat er hier in NZ een steengoed reclamebureau achter het VVV zit dat van niets iets weet te maken is ons inmiddels wel duidelijk. We laten de Moeraki boulders links liggen. Op het strand voor de camping liggen ook mooie ronde rotsen. 
Woensdag 20 februari. Bang dat Willemien wil emigreren na het zien van zoveel hectares, zoeken we de stad op. Na een uurtje rijden komen we in Dunedin. Een studentenstad met Schotse roots. Deze stad heeft zowaar een echt centrum met een plein en een kerk. We lunchen aan het plein en gaan dan naar een camping in een buitenwijk van de stad. Na een tukje (lekker, omdat het vakantie is) maken we ons op om de stad in te gaan. Studenten en een brouwerij betekent dat je hier iedere avond wel in de kroegen terecht kunt. Dat is wat we nu nodig hebben. We eten in de kroeg van de regionale brouwerij, een chef’s special met een matchend speciaalbiertje erbij. Een paar biertjes in de stad volgen. 
De volgende dag laten we de stad weer achter ons en gaan verderop. We volgen de Southern Scenic route die helemaal langs de zuidkust naar Milford Sound gaat. De eerste stop is bij Nugget Point. Een vuurtoren waar ook pinguïns en zeeleeuwen zouden moeten zijn. Het dierenrijk is zeker een beetje verlegen, want die laten zich vandaag niet zien. De vuurtoren is een populair punt wat volgens ons zn reputatie niet helemaal waar maakt, maar het is wel mooi. 
We vervolgen de route langs de kust. Het is hier zowaar vlak en de wind waait hard vanaf het water. Dit voelt wel alsof we aan het einde van de wereld zijn. Er zijn niet zoveel boerderijen meer en zelfs het aantal schapen neemt af. Volgens ons heb je hier ook niet zoveel te zoeken. Aan het einde van de middag komen we aan bij Slope Point. Het zuidelijkste puntje van het Zuidereiland, nu kunnen we echt zeggen dat we beide eilanden doorkruist hebben! Zo zonnig en toeristisch als het op Cape Reinga was, zo anders is het hier. Via het land van de ‘laatste boer op aarde’ komen we aan bij wat een vuurtoren lijkt te zijn waar de kop vanaf gewaaid is. Voor ons alleen maar water, en uiteindelijk Antarctica. Ver van iets dat ook maar op een stadje lijkt, waar de bomen horizontaal groeien omdat het hier altijd waait, verzucht Willemien ‘al zouden ze me hier gratis hectares aanbieden, dan nog zou ik hier niet willen wonen’. Wie had dat nou gedacht. Bij Curio Bay gaan we op de camping staan, de enige in de wijde omtrek. Aan de ene kant een baai met zandstrand, aan de andere kant steile kliffen. Staanplaatsen gemaakt door het ‘native flax’ weg te kappen. Het heeft ook wel weer wat. 
Vrijdagochtend staat het zonnetje aan de hemel als we wakker worden en doet ‘het einde van de wereld al een stuk vriendelijker aan. Voordat we verder gaan proberen we eerst nog wat wilde dieren te spotten, want die zouden hier te zien moeten zijn. In de baai leeft een populatie Hector dolfijnen. Het is eb en we lopen het brede zandstrand op. Waar de golven eindigen op het strand zien we enkele meters uit de kust inderdaad kleine kopjes en vinnetjes boven het water uitsteken. De dolfijnen spelen vrolijk in de baai. Bijzonder toch, en dat zomaar als je de camper uitstapt! 
We starten de motor en rijden verder. Vanaf hier is het alleen maar weer richting het noorden. We rijden via Invercargill en Riverton, beide maken weinig indruk. We stoppen bij Colac Bay om te lunchen. Eigenlijk zouden we hier overnachten, maar de kust met de harde wind trekt ons beiden niet zo en dus rijden we verder. Richting de bergen, dat is meer ons landschap. Zodra we afbuigen van de kust verschijnen de bergen van Fiordland National Park aan de horizon. We eindigen de dag in Manapouri, aan een van de grootste meren van NZ. Een keurige camping van een ouder echtpaar. Zij heeft de wind er flink onder en maakt overduidelijk hoe het hier werkt. Hij lacht vriendelijk, is bezig met heggen snoeien en vind om 3 uur dat het beertime is.  
Zaterdag is de kortste etappe van deze reis. We gaan 20 km verderop naar Te Anau. Dit plaatsje is de uitvalsbasis voor Milford Sound. Na boodschappen en broodjes wandelen we een stukje langs Lake Te Anau in het Fiordland National Park. In de middag gaan we naar de camping. Hains doet een tukje, Willemien schrijft een verhaaltje. Morgen staan ons 120 prachtige km voor de boeg! 
 

Foto’s

6 Reacties

  1. Mem en Rien:
    23 februari 2019
    Jongens wat een fantastische belevenis weer zoals jullie het beschrijven zijn we er zelf bij.
    Geweldig we hhopen dat jullie de laatste weken net zo mogen beleven.
    Groetjes mem en Rien
  2. Sandra Stegenga:
    23 februari 2019
    Weer een supermooi verhaal!
    Goeie reis verder..
  3. Doede Bosma:
    23 februari 2019
    Wat een mooi reisverhaal, pas maar op straks willen jullie daar nog blijven. geniet er maar van zolang jullie daar nog zijn. groeten van Heit.
  4. Anneke:
    24 februari 2019
    De ferhalen fan jim wurde steeds langer :) prachtig! Mooie belefenis. Groetjes.
  5. Foekje:
    25 februari 2019
    Prachtige foto's fan in skitterend lân en sa as gewoanlik in smout ferhaal. Mar ite jimme wol ris wat oars as broadsjes?
  6. Trijntje:
    27 februari 2019
    Ik heb genoten van jullie prachtige verhalen en schitterende foto's. Ben zelf een weekje met vakantie naar Kaapverdië geweest, waardoor ik enigszins "achter" raakte. Nu dus weer helemaal bij! Geniet nog van de rest van jullie dagen 🌞🍷🍺